Inhoud
Boelhouwer van Beveren trouwde met Cornelia van Wouwe.
Cornelia was de dochter van Simon van Wouwe en Tannetje de Moor.
Tannetje de Moor
Over Cornelia’s moeder Tannetje de Moor is niet veel bekend. In de overlijdensadvertentie wordt gesproken over een langdurig lijden.
Ik herinner mij een gesprek bij mij thuis over vreemde namen, toen mijn oma (Cornelia) vertelde dat haar oma ook een rare naam had. Ze vertelde het als een grap.
De moeder van Tannetje de Moor heette namelijk Adriana Schietekatte, geboren in 1814 en op 23-jarige leeftijd getrouwd met Pieter de Moor (geb.1812) en van beroep meekrapdroger.
Zijn vader Cornelis was ook meekrapdrooger, en diens vader Pieter de Moor was journalier (van 1746 tot 12-11-1827, ) getrouwd 16 mei 1770 te Brouwershaven met Geertuy Voogt of Geertruida de Voogd. Hij bereikte de respectabele leeftijd van 81 jaar.
Een journalier is een mooi woord voor dagloner, loswerkman, daggelder. Hij zal dus bij een boer landarbeid verricht hebben.
Meekrap
Meekrap is een landbouwgewas dat geteeld werd voor de wortels. Deze bevatten een rode kleurstof die bijzonder geschikt was voor het verven van textiel en leer. Het gewas werd geteeld op zwaarbemeste kleigrond. Meekrap werd vooral in de provincie Zeeland verbouwd, en in het bijzonder op Schouwen-Duiveland.
Nadat de wortels van de 3-jarige meekrapplant in september tot november waren gedolven werden ze opgeslagen in meekrapstoven in de buurt van de meekrapvelden.
Een meekrapstoof bestond uit drie gedeelten: een schuur (de koude stoof) waarin de wortels bij aankomst werden gestort; een droogtoren waarin een oven aanwezig was die voor een snelle droging zorgde en waarin de wortels werden gezuiverd, en een stamphuis waarin de wortel werden verpulverd met behulp van grote stampers die door paarden werden aangedreven.
Vanwege de hoge investeringskosten hadden meerdere boeren (meestal zestien) samen één meekrapstoof: een zeer vroege vorm van landbouwcoöperatie. Het meekrappoeder (racine) werd geleverd aan de stapelmarkt van Rotterdam; vandaar werd het verfpoeder verkocht aan ververijen en katoendrukkerijen.
In het begin van de negentiende eeuw stond de Zeeuwse meekrap in hoog aanzien. Dankzij strenge controles was de kwaliteit bijzonder hoog. Het product werd voor een belangrijk deel ook geëxporteerd, vooral naar Engeland en Frankrijk.
Het beroep meekrapdroger was een verantwoordelijk beroep omdat een fout in het proces veel geld kon kosten. Meekrapdrogers werden tot de toenmalige middenstand gerekend. De meekrapdrogerij is tot ca 1870 op het Zeeuwse platteland een bloeiende tak van welvaart geweest. Na die tijd is het snel bergafwaarts gegaan.
De uit meekrap gewonnen natuurlijke stoffen kregen vervangers uit de chemische industrie die veel goedkoper waren. Binnen een tijdsbestek van 10 jaren was de meekrap geheel verdwenen. Er zijn meestoven geweest in Ellemeet en Noordgouwe. In Brouwershaven waren er drie.
Zie verder: Meekrap
Simon van Wouwe
Voordat Simon zelf in beeld komt willen we eerst iets vertellen over zijn opa en zijn vader.
Cornelis van Wouwe (1767-1806)
De opa van Simon heette Cornelis (Hendrikse) van Wouwe.
Cornelis werd geboren in 1767. Zijn geboorteplaats weet ik niet.
Op 15 januari 1795 betaalde hij trouwgeld voor zijn huwelijk met Maria Pietersdochter van de Zande afkomstig uit Noordwelle/ Serooskerke(S). Ze was van beroep landbouwster.
In 1796 wonen ze in ieder geval te Kerkwerve, want daar werd zijn dochter Maatje geboren. Van 1796 tot 1798 was Cornelis van Wouwe kerkelijk dienaar, schoolmeester en voorzanger te Ellemeet. Daar werd ook zijn zoon Pieter (1797) geboren.
Op 30-jarige leeftijd werd Cornelis kerkelijk dienaar, schoolmeester en voorzanger in Dreischor van 1798-1803. Hier werd op 20-4-1800 Hendrika geboren, ze zal niet lang geleefd hebben, aangezien op 11-06-1801 opnieuw een Hendrika werd geboren. Op 13-01-1803 werd Johannes in Dreischor geboren.
Hierna vertrok Cornelis met zijn gezin naar Serooskerke. Daar stierf op 01-01-1806 Hendrika. Op 15-12-1806 stierf Cornelis van Wouwe te Serooskerke. Hij werd 38 jaar.
Na zijn dood werd nog een zoon Cornelis geboren, die echter op 09-09-1807 overleed.
Het saldo van de nalatenschap van Cornelis werd in deze Franse tijd in francs opgegeven, 423:16:8
O.a. over hem verscheen in het Zierikzeesche Nieuwsbode het volgende artikel.
Over het trouwgeld vond ik het volgende artikel:
Trouwen? Dan eerst belasting betalen!
Trouwgeld Zeeuwse Eilanden, 1704-1706, 1763-1805
Om de oorlogskas te spekken, hebben de Staten van Zeeland in de achttiende eeuw het trouwgeld ingesteld. Alle aanstaande echtelieden werden verplicht belasting af te dragen. In het personenzoeksysteem Zeeuwen Gezocht zijn voortaan 45.000 huwelijkskandidaten terug te vinden: zij betaalden hun heffing rechtstreeks aan de ambtenaar in hun woonplaats en hun gegevens werden bewaard in de archieven.
Het trouwgeld werd ingevoerd op 24 september 1703. Particuliere pachters namen in 1706 de inning van de ambtenaren over. Hun administratie hoefde niet ter controle bij de Rekenkamer van Zeeland ingeleverd te worden en hiervan is niets bekend. De administratie van de ambtenaren is gelukkig bewaard gebleven in de archieven van de Rekenkamer Zeeland. Dat betekent dat aan de database ISIS het trouwgeld over de periodes september 1703-1706 en 1763-1805 is toegevoegd. Van sommige Zeeuwse eilanden ontbreken helaas gegevens tussen oktober 1763 en september 1783.
De ambtenaren van het trouwgeld legden allerlei gegevens van circa 45.000 personen vast in hun kohieren. Zij vermeldden per stad of dorp de namen van de huwelijkskandidaten en het verschuldigde bedrag – het tarief was afhankelijk van de welstand van de bruidegom of de bruid. Verder noteerden zij de datum van betaling, altijd kort voor of op de datum van ondertrouw, soms echter alleen het jaar van betaling. Af en toe werd aanvullende informatie opgenomen zoals beroep, geboorte en woonplaats en of bruidegom en bruid eerder gehuwd waren.
Pieter van Wouwe (1797-1854)
De vader van Simon van Wouwe heette Pieter.
Bij verschillende gelegenheden werden er drie verschillende geboorteplaatsen voor hem genoteerd: Serooskerke, Ellemeet en Dreischor (Dreischor klopte ieder geval niet).
Hij trouwde op 25-jarige leeftijd op 24 augustus 1822 te Serooskerke (S) met Jacomijntje Stoel. Zijn bruid was 21 jaar en van beroep dienstmeid, geboren te Duivendijke.
Bij de aangifte van hun kinderen werd het beroep van de vader en de geboorteplaats aangegeven, deze informatie gaf een beeld van de niet vlekkenloze levensloop van Pieter.
- In 1822 werd te Kerkwerve Maria geboren, genoemd naar de moeder van Pieter. Het kind stierf 2 jaar later te Serooskerke (S).
- Op 13-12-1823 werd Cornelis geboren te Serooskerke.
Het portret hieronder was vermoedelijk van Cornelis van Wouwe, de 22 jaar oudere halfbroer en enig overgebleven broer van mijn overgrootvader Simon van Wouwe. Hij werkte als dijkbaas bij het Waterschap Schouwen.
De Zierikzeesche Nieuwsbode vermelde in 1879 een 25-jarige ambtsvervulling. Hij woonde toen in Elkerzee.
Cornelis kreeg 10 kinderen, maar slechts 4 dochters werden volwassen. Hij stierf op 13 mei 1900 te Zierikzee.
- Daarna werd in 1826 Leendert geboren die slechts 7 maanden oud werd.
- Op 19-07-1829 werd te Duivendijke de tweede Maria van Wouwe geboren.
Pieter van Wouwe had inmiddels in Duivendijke een huis en erf gekocht plus een boomgaard en een stuk bouwland. Bij de beschrijving van deze bezittingen stond dat hij herbergier was.
- Pieter verwekte een kind bij Cornelia Kosten en 4 maanden na zijn dochter Maria werd het kind van Cornelia Costen geboren, ze heette Ploontje van Wouwe.
Twee vrouwen tegelijk zwanger van een man.
Het huwelijk werd niet ontbonden.
- Op 15-11-1831 werd Maatje van Wouwe geboren.
- In 1833 werd Simon, het laatste kind van Jacomijntje Stoel geboren.
Jacomijntje van Wouwe-Stoel stierf ruim een jaar later op 1-2-1834, ze was toen 32 jaar.
Haar jongste kind Simon overleed een half jaar later.
Bij de aangifte daarvan stond bij het beroep van Pieter; winkelier.
- Op 07-09-1837 werd Johanna van Wouwe geboren.
De moeder was Cornelia Stoel, de jongere zus van Pieter’s overleden vrouw Jacomijntje. Ze waren niet getrouwd, Pieter erkende de vader te zijn.
Veertien dagen na de geboorte van haar kind trouwde Cornelia met Pieter ( in 1837).
Cornelia Stoel was 24 jaar (geboren te Duivendijke) en Pieter was 40 jaar en van beroep herbergier. (Zijn geboorteplaats werd bij het huwelijk Ellemeet genoemd).
Pieter en Cornelia kregen hierna nog 6 kinderen.
- 10-08-1839 Thona van Wouwe geboren te Zierikzee
- 07-04-1842 Leendert van Wouwe geboren te Brouwershaven
- 15-04-1845 Simon van Wouwe geboren te Duivendijke (de vader van Cornelia van Wouwe, mijn oma)
- 09-03-1848 Pieternella van Wouwe geboren te Brouwershaven
- 10-09-1850 Adriaantje van Wouwe geboren te Brouwershaven
- 17-07-1853 Marinus van Wouwe geboren te Brouwershaven
Pieter stierf een jaar later in 1854 te Brouwershaven, 57 jaar oud.
Pieter was in dienst van het Waterschap Schouwen.
Hij was dijkbaas geworden, want op de huwelijksakte van zijn zoon Cornelis in 1851 stond bij het beroep van zijn vader: dijkbaas.
Ook zijn zoon Cornelis werkte bij het Waterschap eerst als dijkwerker, later als dijkbaas.
En ook zijn zoon Simon zou bij het Waterschap werken, evenals diens zoon Cornelis.
Wie weet of in de archieven van het Waterschap nog meer details te vinden zijn.
Weduwe Cornelia van Wouwe-Stoel bleef na de dood van Pieter in 1854 achter zonder kostwinner en met een flink gezin van 7 kinderen.
Het jaar 1859 was een rampjaar. Eerst stierf op 23 juli Marinus, 13 september stierf Thona, 24 oktober stierf de 17-jarige Leendert. In datzelfde jaar heerste de cholera in verschillende steden, ik weet niet of dit de oorzaak was, maar er zou verband kunnen zijn.
Mijn overgrootvader Simon heeft dus al vroeg, op negenjarige leeftijd zijn vader verloren. Vijf jaar later stierven twee broers en een zus.
Thuis moesten de eindjes aan elkaar geknoopt worden. Jongens waren er niet om mee de kost te verdienen. Het zal voor zijn moeder een hele toer zijn geweest om het gezin draaiende te houden.
Cornelia van Wouwe-Stoel overleefde haar man 36 jaar en overleed op 16-7-1890 te Zierikzee (76 jr.). Haar naamgenoot en kleindochter; mijn oma Cornelia van Wouwe was toen 13 jaar.
Je zou kunnen zeggen dat de naam van het schip Cornelia nog een erfenis van Cornelia Stoel was. En haar naam leefde voort in haar achter-achter kleinkinderen.
Simon van Wouwe
Simon van Wouwe (15-4-1845) werkte als wegwerker bij het waterschap Schouwen.
Hij trouwde met Tannetje de Moor.
Ze kregen vijf jongens en 3 meisjes:
Pieter, Adriana, Leendert, Cornelia, Maatje, Cornelis, Matthijs en Johan.
Tannetje de Moor overleed in 1900, 55 jaar oud.
Het jongste kind was toen 12 jaar oud.
Samen met haar oudere zus Adriana zal Cornelia heel wat hebben moeten doen om het huishouden draaiend te houden.
Vier jaar later trouwde Cornelia, ze was toen 27 jaar en “zonder beroep”.
Adriana bleef tot 1911 ongehuwd en trouwde op 38-jarige leeftijd met de weduwnaar Cornelis Willem de Boer.
Simon is na de dood van zijn vrouw ruim 27 jaar weduwnaar geweest.
Als Adriana getrouwd is, neemt hij een huishoudster. Blijkbaar was het verloop groot, want we lezen tussen 1913 en 1916 vier advertenties in de Zierikzeesche Nieuwsbode; (1913) wegens huwelijk terstond gevraagd een nette huishoudster,
ruim twee jaar later weer een advertentie,
ruim 3 maanden later vroeg hij een huishoudster “liefst van middelbare leeftijd”, maar ook dat was blijkbaar niet alles,
want 4 maanden later (1916) vroeg hij weer een andere huishoudster.
In 1915 zag hij zich op 70-jarige leeftijd genoodzaakt zijn ontslag aan te vragen, om gezondheidsredenen.
We lezen over zijn ontslag, in een verslag van 28-04-1915 van de Algemene vergadering op maandag 26 april 1915 van het Waterschapsbestuur van Schouwen gehouden in ’s Landskamer te Zierikzee des morgens te 11.30 ure onder voorzitterschap van mr.A.J.F.Fokker.
Ter tafel komt het adres van Simon van Wouwe oud-wegwerker te Brouwershaven.
Deze was wegens voortdurende ongesteldheden der laatste maanden genoodzaakt zijn ontslag aan te vragen tegen 1 april a.s. Dit werd hem door het Dagelijkse Bestuur van het Waterschap Schouwen op eervolle wijze verleend.
Hij was ruim 31 jaar als kantonnier van ’t waterschap en 21 jaar als wegwerker van de commissie voor de grindwegen en even zoo vele jaren als teller en meter werkzaam.
Om deze redenen verzocht hij beleefd evenals anderen een jaarlijkse gratificatie te mogen ontvangen in te gaan 1 april 1915.
Hoofdingeland J. M. van den Bout vraagt of ’t geen Van Wouwe uit de ongevallenverzekering ontvangt, van enige betekenis is, en of hij dat nu ook behoudt, als hij een gratificatie ontvangt.
De voorzitter: Het komt in de kas van het waterschap Schouwen.
Het voorstel van het Dagelijksch Bestuur wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Het verslag eindigt: Met den toegejuichten wensch dat wij ook in de volgende vergadering zullen kunnen zeggen dat ons volk voor de onheilen van een oorlog behoed is geworden, sluit de voorzitter de vergadering. (1914-1918, eerste W.O.)
(De kantonnier was in de 19e eeuw een vaste arbeider belast met het dagelijkse onderhoud van de wegen. Alleen bij wegen van de eerste categorie waren gemeentebesturen verplicht een kantonnier in dienst te hebben. In de overige gevallen werd het werk verdeeld onder de inwoners in de leeftijd van 17 tot 60 jaar.) Een gratificatie is een toelage.
Er was een aanspraak op de ongevallenverzekering nodig.
Waarom dat was weet ik niet, maar ik denk dat Simon zijn leven lang zwaar werk heeft gedaan. Hij had heel wat kilometers afgelegd over de Schouwse wegen in weer en wind. Vervoerde hij materialen en gereedschappen met een handkar of had hij een paard en wagen? Hij had ieder geval zelf dieren, want hij bood op 20 april 1907 twee vaarsjes te koop aan.
Over het inkomen van een kantonnier vond ik gegevens in het verslag van de vergadering van het Waterschap op 9-4-1903.
Ingekomen is een adres van de kantonniers, verzoekende het loon van hen voortaan op f 1,20 per dag vast te stellen, gedurende de tijd dat zij in dienst zijn, in plaats van, zoals tot nu toe, f 1,- Het komt het dagelijks bestuur voor, dat bij de algemene stijging der loonen en den verhoogden prijs der levensbehoeften, het verzoek billijk is, weshalve het voorstel gunstig op het verzoek te beschikken.
Hoofd ingeland Boogerd heeft de kantonniers wel eens aan het werk gezien, en heeft toen opgemerkt dat de ene veel beter werkt dan de andere en spreker geeft in overweging om dezen tragen van geest op het hart te drukken, dat zij fermer moeten doorwerken.
De voorzitter: u zult zich vergissen met de wegwerkers. Wat de kantonniers aan de dijken betreft, daarover kan men niet klagen.
Hoofd ingeland Boogerd wijst erop dat er kantonniers zijn die ’s middags vrij af hebben en werk verrichten bij de dijkbazen. Heemraad Gast erkent, dat het voorkomt dat de kantonniers des zaterdags na vier uur vrij hebben, maar als de vergadering uitmaakt dat dit niet mag, dan zullen wij hen tot zes uur laten werken. Men kan geen kantonniers meer krijgen voor hetgeen zij nu hebben. Hooger loon acht hij voor hen nodig.
Hoofd ingeland Boogerd zou hen wel wat meer willen geven, maar als men hun loon gaat verhogen, dan mag men ook wel meer werk van hen verlangen.
De kantonniers reageerden hierop met een ingezonden.
Dezelfde vergadering van het waterschap gaat over gratificaties aan oud medewerkers:
De voorzitter deelt mee dat er een adres is binnen gekomen van Joh. De Boer oud-kantonnier te Scharendijke. Deze is 45 jaar in dienst geweest van het waterschap en geniet een gratificatie van jaarlijks f 75,- en vraagt dit met f 75,- te verhogen.
De voorzitter acht dit niet billijk. Ze hadden recht op niets, zij waren te oud om deel te nemen aan het Pensioenfonds. In vroeger jaren kregen zij geen cent.
Heemraad Gast zou te vinden zijn voor f 100,-, dan zou de adressant, die steeds een trouw werkman is geweest gelijk gesteld zijn met de wegwerker.
Heemraad de Oude is daar op tegen. Nu geeft men dat meerdere feitelijk aan het armbestuur. Wil men de adressant vrij maken van het armbestuur dan zou men hem wel f 300,- moeten geven. Het verzoek wordt afgewezen.
De weduwen kregen een toelage, zie volgend artikel:
Dit betreft waarschijnlijk Maria van Wouwe-Boogerd weduwe van dijkbaas Cornelis van Wouwe de halfbroer van Simon van Wouwe.
Simon van Wouwe heeft zijn werkhorloge doorgegeven aan zijn kleinzoon en naamgenoot Simon van Beveren. Een mooie traditie.
De inscriptie: geschenk van mijn grootvader S.van Wouwe, 6 dec. 1921 S. van Beveren.
De kinderen van Simon van Wouwe en Tannetje de Moor
Pieter
Pieter was de oudste van het gezin.
Hij trouwde met Pieternella van Beveren.(zie hoofdstuk 5.2)
Ze kregen 6 kinderen: Simon 1903, Lena 1905 Tannetje Tanny 1907, Willem 1909, Leendert , (overleden 1911 te Vlissingen), Boelhouwer, 19.. ambtenaar rijksbelastingdienst.
Adriana
Adriana (12-2-1873/15-9-1949) trouwde op 19-5-1911 met Cornelis Willem de Boer (geboren te Kerkwerve op 19-5-1876). Zij was toen 38 jaar en hij 35 jaar.
Cornelis de Boer was weduwnaar toen hij met Adriana trouwde.
Ze werd tante Jane genoemd.
Cornelis de Boer was landbouwer op Groenhil te Duivendijke.
Groenhil was een vliedberg in het landschap. De vliedberg van Duivendijke is na 1919 afgegraven.
De huidige Schendersweg lijkt niet meer op dit prachtige plaatje. Na de watersnoodramp is het hele landschap totaal veranderd.
Cornelis activiteiten zijn af te lezen aan de zaken die hij te koop aanbood:
Een beste melkgeit, een vet varken, tuin- en landbouwzaden, stierkalveren, een veevoederketel, vaarskalveren, een haard met tegelplaat enz.
En op 21-3-1940 vraagt hij een koewachter.
‘Eenige kiezers’ zien hem ook wel zitten als Hoofd-Ingeland van Schouwen.
Cornelis en Adriana hadden zelf geen kinderen.
Adriana overleed op 15 sept 1947.
Cornelis overleed in 1957.
Leendert 26-03-1875 18-11-1961
Cornelia’s broer Leendert was 2 jaar ouder; geboren in 1875 en dus weer een klasgenoot van Boelhouwer van Beveren.
Leendert trouwde met Wilhelmina Heusevelt (1880-1960) op 24-12-1909 te Brouw.
Ze hadden 8 kinderen; Simon, Johanna, Tannetje, Willem, Wilhelmina, Piet, Johan, Jaantje.
Leendert werd metselaar en aannemer te Brouwershaven.Na de oorlog was er gebrek aan materiaal, want hij vroeg in een advertentie om dakpannen en 10.000 stenen in waalvorm.
Hier Leendert en Wilhelmina bij hun 45-jarig huwelijk op 24-12-1954
Wilhelmina stierf op 01-02-1960 op 79-jarige leeftijd. Tekst psalm 84 vers 1 berijmd.
Ze woonden toen in de Nieuwstad nr.18 in Brouwershaven.
Op deze foto was Leendert in Alblasserdam bij zijn zus Cornelia.
Cornelia had haar Schouwse dracht aan. Haar kanten muts droeg ze alleen bij speciale gelegenheden. In Alblasserdam zal dat wel opgemerkt zijn.
Ik heb zelf nooit gezien dat ze in klederdracht was.
Cornelia van Wouwe
Na Cornelia werd er op 20-01-1880 een meisje geboren ze heette Maatje.
Ze stierf echter op 22-11-81. Cornelia was toen nog geen vier jaar.
Cornelis van Wouwe
Cornelis 1881-1974 huwde op 15-5-1912 te Brouw met Cornelia Kristalijn 1884-1969.
Beroep bij huwelijk veldarbeider.
Op 16 mei 1918 stierf hun zoontje Maatje op 1-jarige leeftijd. Bij de aangifte gaf hij op als beroep, wegwerker evenals zijn vader.
Hij was in dienst bij het waterschap schouwen.
Ze hadden 5 dochters: Tannetje,Tonia, Adriana, Cornelia, Janna.
Cornelis woonde in 1969 in de Molenstraat 14 te Brouw.
Hij stierf op 22 nov. 1974 te Oud-Beijerland, 93 jaar oud.
Mathijs van Wouwe
Matthijs van Wouwe 1883 is 40 jaar oud geworden hij overleed in 1923.
Hij bleef ongehuwd.
Hij had als beroep agent, commisionair.
Johan van Wouwe
Johan van Wouwe 1888-1971 huwde op 7-6-1916 met Gerritje de Graaf (1891/20-1-1987). Hij was landbouwer op Groenhil aan de Schendersweg, waarschijnlijk dezelfde boerderij als zijn oom Cornelis de Boer.
Ze hadden 4 dochters en een zoon: Tannetje, Adriana, Jaantje, Simon, Jo.
Opvallend zijn de hoge leeftijden in het gezin van Simon van Wouwe.
99, 76, 86, 92, 93, 40 en 82 jaar!
Opmerkelijk vind ik ook de kalme, bijna starende blik.
De introverte blik van Tannetje de Moor zie ik ook terug bij Cornelia.
Mijn oma praatte niet veel.